Terug naar overzicht

ProBO Haringvlietcomplex

In 2007 is in opdracht van Rijkswaterstaat begonnen met de renovatie van het Haringvlietcomplex, bestaande uit de Haringvlietspuisluizen en een schutsluis. Onderdeel van deze renovatie was de inrichting van probabilistisch beheer en onderhoud (ProBO) voor vijftien jaar na oplevering. Van der Worp Infra Consult heeft de risicoanalyse helpen opbouwen die de basis vormt van de sturing van het onderhoud.

De ProBO-werkwijze is binnen Rijkswaterstaat ontwikkeld om meer grip te krijgen op het proces van beheer en onderhoud van grote infrastructuur-objecten. De strikte risicosturing is hierbij noodzakelijk, omdat hiervoor eisen zijn gesteld in wet- en regelgeving. De werkwijze heeft impact op drie gebieden: techniek, contract en organisatie. Alle drie deze gebieden zijn bij de invoering van ProBO voor het Haringvlietcomplex aan de orde gekomen, zowel aan de zijde van de aannemer als aan de zijde van Rijkswaterstaat.

Herziening risicoanalyse

Onderdeel van de invoering van ProBO was het opnieuw opzetten van de risicoanalyse. In deze risicoanalyse komen de aspecten techniek, externe factoren, software en menselijk handelen aan bod.

Er is een hernieuwde FMECA (kwalitatieve risicoanalyse) opgezet van een representatieve doorsnede van het systeem, waarna kwantificering van de relevante faalwijzen in een herziening van het foutenboommodel is vastgelegd. Gezien de complexiteit van het object zijn meerdere, complementaire foutenboommodellen opgesteld, waarna de resultaten via een rekenmodel zijn gecombineerd tot een totaalbeeld van de prestatie van de kering.

Op basis van de resultaten van deze analyses zijn optimalisaties doorgevoerd in de wijze en frequentie van het te verrichten preventieve onderhoud. Daarnaast is de wijze van correctief onderhoud geoptimaliseerd, alsmede de benodigde reservedelenvoorraad om benodigde reparatietijden te kunnen behalen.

De herziening van de risicoanalyse en de doorgevoerde optimalisaties heeft geresulteerd in een proces waarin periodiek, op basis van gemeten faalgedrag, de kwantitatieve risicoanalyse wordt bijgewerkt zodat een trend zichtbaar wordt. Door deze trend te extrapoleren, kan bij gegeven onderhoud het verwachte faalgedrag worden voorspeld.